Vaak voel je het in je lichaam wanneer iemand over jouw grens gaat. In je buik, in je maag, in je keel. Anderen spannen al hun spieren aan. Zo’n lichamelijke reactie is een soort belletje dat jou waarschuwt voor iets wat jij niet leuk vindt. Luister dus altijd goed naar dit belletje!
Als jouw grens bereikt is en je het belletje hoort/voelt afgaan in je lichaam, is het belangrijk dat je dit uitspreekt naar de ander, de ander hoort/voelt jouw belletje niet. Jij bepaalt zelf wat jij prettig vindt en iemand anders hoort hier naar te luisteren.
Let op je stemgebruik en fluister niet. Voorbeeld: Iemand slaat een arm om jou heen en jij voelt je hier niet goed bij. Haal de arm van je schouder en zeg met een duidelijke stem: ‘Ik wil niet dat jij je arm om mij heenslaat, dus ik haal 'm weg.’
Laat zien dat je het echt meent! Lach er niet bij, want dat kan de ander in de war maken. Zorg dat je stevig staat en de ander aankijkt wanneer jij je grens aangeeft. Als jij iemand aankijkt, komt de boodschap vaak beter over. De ander ziet dan dat jij serieus bent en dat jij overtuigd bent van je eigen gevoel.
Grenzen aangeven kan lastig zijn. Hoe vaker je hiermee oefent, hoe makkelijker het wordt. Dus blijf het vooral doen! Als jij je grens hebt aangegeven en iemand gaat hier alsnog overheen, weet dan dat dit niet jouw schuld is. Schakel een volwassene in voor hulp. Dit kunnen je ouders zijn, je mentor, iemand van Qpido of iemand anders die jij vertrouwt.