Éen van onze Qpido medewerkers heeft vroeger professioneel gevoetbald. Wat vindt zij van de ontwikkelingen op het gebied van vrouwenvoetbal?
”Op mijn 14e deed ik selectie voor de FC Twente Vrouwen. Het was een droom die uitkwam toen ik hoorde dat ik geselecteerd was en mocht voetballen bij FC Twente onder de 15 jaar. Maar veel aandacht kreeg het niet. We moesten al blij zijn als er dertig mensen langs de kant stonden en dit was dan eigenlijk alleen familie. Ook hoorde ik vaak: ‘ Haha voetbal jij? Meisjes, die kunnen toch niet voetballen?’. Zelf kom ik uit een voetbalgezin met twee broers. We zaten alle drie op voetbal, maar ik durf nu wel met zekerheid te zeggen dat ik de beste was.
En nu bijna 10 jaar later waren er 30.000 bezoekers tijdens de halve finale van het Europees kampioenschap. De drukst bezochte vrouwenvoetbalwedstrijd ooit in Nederland. Dat het zoveel aandacht zou krijgen, had ik nooit verwacht. Dat is fantastisch! En nu maakt het Nederlands elftal vrouwen zelfs deel uit van de spaaractie van de voetbalplaatjes van de Albert Heijn. Je moet het niet willen vergelijken met het mannenvoetbal, maar het verdient net zoveel aandacht. Zeker als je ziet met hoeveel passie en strijdlust deze vrouwen dag in dag uit hun best doen hiervoor. Dat het zo’n groot verschil was, is eigenlijk al bizar. Gelukkig ziet nu ook Nederland dat er veel vrouwentalent is. Ik kijk hier nog met veel plezier naar, maar zelf doe ik het al lang niet meer.
Als ik naar mijn eigen carrière kijk, ben ik heel blij dat ik een andere weg in ben gegaan. Met veel plezier werk ik nu bij Qpdio. Het voetballen bij een profclub heeft me zeker wat geleerd: bijvoorbeeld hard worden en sterker in mijn schoenen staan. Misschien dat ik daardoor wel beter mijn werk kan doen en deins ik niet snel terug.
Nu woon ik samen met een vriendin die bij de Ajax vrouwen voetbalt. We zijn 12 jaar geleden samen gestart met voetballen bij Twente en zij verdient hier nu gewoon haar geld mee! Dat is iets wat we toen niet durfden te hopen. Het gaat denk ik nooit zoals bij de mannen worden, maar een begin is er.”